Eens in de zoveel tijd blikt een bestuurslid terug op wat we allemaal hebben beleefd. Deze keer is het de eer aan onderwijscommissaris Delphine Caron.
‘Als het jaar begint, net als wij allemaal’ Deze eerste zin van het geliefde Awaterlied bleek een jaar geleden op de wissel-ALV opnieuw waar te worden voor mij en mijn bestuursgenoten. Ik had nooit gedacht dat mijn tweede jaar Awater ook een nieuw begin voor mij zou zijn, deze keer niet als kersverse sjaars maar als prille en enthousiaste bestuurder. Onze weg vinden moesten wij zeker, niet in de boeken in de stad bij het kanaal deze keer, maar in het drukke en hectische bestuursleven. Nieuwe sjaars, veel activiteiten, grimmige CoBo’s en tevergeefse pogingen om naar college te gaan; soms wisten wij ook niet waar we moesten wezen.
Woensdag waren wij brak van CoBo’s en soms een geëscaleerde Awaterborrel. Dan zochten wij elkaar weer op op de Awaterkamer en dronken we samen anti-brak fruitsapjes of aten we anti-brak mandarijnen. Ik kan me goed herinneren dat Wesley eens gedurende mijn kantooruren met een enorme wijnkater heeft uitgehangen op de bank onder een roze dekentje. Ik heb mij zelden zo vermaakt. Later in het jaar hadden we vaker zin in een feestje op donderdagen in Tivoli en eindigden dan bij Ten Beste of Bambi. Ook waren er regelmatig Awaterfeesten die, al waren ze (ik zal het maar zacht uitdrukken) niet altijd geslaagd, voor bijzondere nachtelijke avonturen en veel bestuursthee zorgde. Zo nu en dan vond ook een bestuurswijnavond plaats waarbij er wellicht veel thee werd gespild en ik waarna ik wellicht tegen een geparkeerde auto aan fietste. Ik had het niet anders willen doen.
Awater stond echt op nummer een voor mij dit jaar. Veel hebben mensen mij daarom waarschijnlijk niet zien studeren, maar hé, daar is een bestuursjaar ook voor. Ik merkte al snel dat meerdere vakken doen niet werkte naast mijn bestuurstaken, mijn dubbele orkestverplichtingen en mijn pogingen om mijn vriendschappen te onderhouden (wat soms lastig blijkt wanneer je agenda telkens volgeboekt is voor de komende maand). Daarnaast kwam ik in november in een gloednieuw SSH studentenhuis waar de woonkamer nog gemeubileerd moest worden en niemand elkaar kende. Gelukkig is dit snel gegaan en werd ook mijn huisje een plek voor gezelligheid. Pluimen voor mijn vakken heb ik dus niet veel gekregen dit jaar, maar, zoals ik dit jaar vol bleef houden, ‘dat komt volgend jaar wel’.
Toch heb ik nog nooit in een jaar zoveel geleerd. Een jaar een vereniging besturen betekent namelijk veel beslissingen maken, veel verantwoordelijkheid op je nemen, veel mailtjes beantwoorden en in mijn geval veel contact onderhouden met zowel toekomstige eerstejaars als docenten. Dit voelde in het begin heel gek en ik dacht vaak bij mezelf, ‘ben ik wel bevoegd hiervoor?’. Naarmate het jaar vorderde kregen mijn bestuursgenoten en ik het echter steeds beter onder de knie en begon alles wat eerst zo eng leek als vertrouwd te voelen. Ook op sociaal vlak hebben we erg veel geleerd. We noemden onszelf niet voor niets ‘XXIntrovertX’. Wesley zagen wij al snel opbloeien tot een prachtige sociale vlinder en we volgden (wellicht op een iets trager tempo) zijn voorbeeld. Dit betekende veel nieuwe mensen en veel nieuwe situaties, waardoor we soms ook overprikkeld waren met zijn allen. Dat was vaak dan ook een leermoment waarbij we dachten ‘Oké dat moeten we niet nog een keer doen’ (zoals naar de poema gaan, dat is altijd een fout).
Een jaar geleden had ik nooit gedacht dat mijn bestuursgenoten mijn familie zouden worden. Je kiest ze niet, ze zijn er gewoon en je moet het maar met elkaar doen. Gelukkig bleken wij bij elkaar te passen als vier puzzelstukjes, ondanks onze verschillen. Ik ben zo dankbaar voor alles wat ik met ze heb meegemaakt dit jaar: van vergaderingen tot feestjes, van SVO’s tot ALV’s, van grimmige CoBo’s tot maandelijkse borrels, van de Fiat Panda van Lotte tot de flixbus naar Zagreb, van de Poema tot Last Vegas, van hummus tot pikante hummus, en zo zou ik nog wel even door kunnen gaan. Awater, mijn favoriete literaire gebaar, zal voor altijd een speciaal plekje in mijn hart hebben en ik zal het nooit vergeten (want dat is zonde volgens het Awaterlied).
Reisgenoten, wat waren jullie moker ideaal.
Heel veel liefs,
Delphine