Altijd al willen weten hoe het is om in het buitenland te studeren? Eén van onze Awater-leden vertelt erover in deze blogpost!
Herfstsemester 2019-2020
Aan het einde van de zomer van 2019 ging ik, samen met mijn moeder, in onze grote blauwe Toyota, twee weekendtassen en drie verhuisdozen (ik had heel veel geluk dat ik niet hoefde te vliegen), van Emmeloord (Nederland) naar Kiel (Duitsland) naar Göteborg (Zweden) naar Stockholm (ook Zweden). Na meer dan een halfjaar aan papierwerk was ik dan echt op de plek die ik vier en een halve maand ‘thuis’ zou noemen.
Helemaal alleen (maar met mijn moeder) kwam ik dus aan in een land waar ik nog niemand kende, de taal nauwelijks sprak. Mijn eerste vriendin leerde ik kennen toen ik met een wasmand vol spullen van Ikea probeerde de deur te openen en zij aan mij vroeg, met twee gigantische koffers naast zich, of ze bij het juiste gebouw was. Via haar, via mijn huis en via de universiteit leerde ik nog zoveel meer mensen kennen. Out of nowhere was m’n hele agenda volgepland, tot het punt dat we met vier vriendinnen pizza gingen eten en we eigenlijk niks tegen elkaar zeiden omdat we allemaal te moe waren.
Het lijkt misschien heel eng om naar zo’n land te gaan waar je niemand kent, en het lijkt misschien moeilijk om vrienden te maken, maar het tegendeel is waar. Juist omdat niemand echt mensen kende, en iedereen wel behoefte had aan vrienden (en feestjes, niet te vergeten), was het heel makkelijk om bij groepjes aan te sluiten. Ik ben op stap geweest met mensen die ik twee uur daarvoor pas had leren kennen. Als snel had ik ook een groepje vrienden met wie ik echt close was, en met wie ik het grootste deel van mijn tijd doorbracht. Ook met mijn huis, waarin mensen woonden die random bij elkaar waren gezet, was ik heel hecht. Iedere maand organiseerden we bijvoorbeeld een “international dinner” waarbij iedereen iets kookte uit z’n eigen land, maar toen ik één keer pannenkoeken had gemaakt, mocht ik nooit meer iets anders maken.
En dan had je natuurlijk nog het hele educatieve aspect (je zou het bijna vergeten). Ik deed zelf de NVT stage, waar je mijn ervaring al op BlackBoard kan vinden als je in de NVT stage omgeving zit, dus daar zal ik niet verder op ingaan, maar ik volgde ook vakken. Ik had zelf gekozen voor een vak in een gebied waar ik toen nog niet zoveel vanaf wist, namelijk onderwijs aan nieuwkomers, dus ik werd een beetje in het diepe gegooid, maar de docenten waren gemotiveerd en zo enthousiast dat ik me eruit eindelijk doorheen heb geslagen en zelfs een A (net als in Amerika het hoogst mogelijke) op mijn paper heb gehaald. Het onderwijssysteem lijkt verder vrij veel op Nederland, alleen misschien nog een tikje informeler, maar dat zal misschien ook van de docenten afhangen.
Nadat ik terug was in Nederland kreeg ik veelvuldig de vraag of het niet moeilijk was geweest, me aan te passen aan een land waarvan ik, buiten vakanties om, bijna nog niks van wist. En of het niet moeilijk was om mensen te leren kennen, en of ik geen heimwee heb gehad. Maar de waarheid gebied me te zeggen dat het nog tien keer zwaarder was om terug te komen in Nederland. Als iemand vraagt hoe het was, zei ik dat het leuk was en dat ik veel had geleerd, maar eigenlijk brandde ik om nog veel meer te vertellen. Bijvoorbeeld hoe ik op oud en nieuw met een groep Italianen, twee Amerikanen en mijzelf als enige Nederlander van links naar rechts heb staan hossen op muziek van de Snollebollekes. Of hoe ik diep in september in het meer naast mijn studentenhuis (!) heb gezwommen, die in directe verbinding stond met de Baltische zee en daardoor ijskoud was, waardoor ik daarna drie weken snipverkouden was (toen dat nog heel onschuldig was en geen reden was om een wattenstaafje te diep in je neus te duwen). En hoe je went aan alle dingen, zoals de Zweedse fika, wat een soort koffiepauze on steroids is, waarbij je dus een uur lang pauze neemt met je hele afdeling, en koekjes eet, zelfgebakken taarten, soms een druif voor de vitamientjes en vijf liter koffie drinkt. Of hoe je went aan het feit dat alle deurklinken lager zitten dan die in Nederland, de blauwe plek in de vorm van een deurklink net boven mijn elleboog kon daar nog twee weken lang van getuigen. Al met al was het een ervaring die ik voor geen goud had willen missen.